top of page
Help Center
-
Waarom moet Noodverlichting Accu (Preventief) vervangen worden?Uw klant zit er niet op te wachten: het vervangen van de accu’s van de noodverlichting wanneer ze het nog doen. “Ze doen het toch nog?” “Kan het niet nog een jaartje wachten?” “Waarom moet dat zo veel kosten?” Maar u weet dat ze het eind van hun levensduur naderen. Dat vormt een dilemma die u vaak aan ons voorlegt. Er zijn bij ons zelfs gevallen bekend waarbij een onderhoudsbedrijf een klant is kwijtgeraakt omdat die het gevoel had bedrogen te worden. U wilt kwaliteit leveren en instaan voor een veilige installatie, maar ook uw klant behouden. Gedeelde verantwoordelijkheid Uw opdrachtgever is verantwoordelijk voor een correct werkende noodverlichtingsinstallatie en vertrouwt daarbij volledig op u. En u vertrouwt er op uw beurt op dat wij producten leveren waar u op kunt vertrouwen. Zo delen wij samen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in een gebouw. Tegelijkertijd zijn wij ook weer afhankelijk van de wet- en regelgeving. Het Bouwbesluit eist te allen tijde een autonomietijd van 1 uur, om zo een veilige ontruiming bij een calamiteit mogelijk te maken. Om hieraan te voldoen moet je niet alleen vaststellen of een accu nog voldoende capaciteit heeft, maar ook redelijkerwijs inschatten of dit ook tot aan de volgende onderhoudsbeurt het geval zal zijn. Onvoorspelbaar Het preventief vervangen van accu’s, vier jaar na de installatie, biedt de meeste zekerheid. Dat is de periode die accufabrikanten afgeven, gebaseerd op diverse tests. Veel accu’s gaan daarentegen langer mee dan dat, al is het onmogelijk te bepalen welke accu’s dat zijn. De accucapaciteit neemt namelijk niet lineair af, maar zakt in een relatief korte periode in. Het moment dat dit gebeurt is niet te voorspellen. Bovendien hangt de levensduur af van omgevingsfactoren. De temperatuur is hierbij de belangrijkste, maar ook het aantal ontlaadcycli speelt een belangrijke rol. Vergelijk het met autobanden: fabrikanten geven een te verwachten aantal kilometers op. De werkelijke slijtage hangt echter af van onder andere het gewicht van de auto, de rijstijl en het type asfalt. Een heel goede accu heeft misschien na 6 jaar nog 70% van zijn capaciteit, terwijl bij een minder goed exemplaar uit dezelfde fabriek dit na vier jaar het geval is. Testen Het is dus belangrijk om regelmatig de functionaliteit van de noodverlichting te testen. Een automatisch testsysteem is hierbij een prima hulpmiddel. Ieder half jaar wordt de autonomie van een accu getest. Dan is duidelijk of de armatuur, op dat moment, nog een uur zal blijven functioneren. De test geeft geen uitsluitsel of dat een maand later nog het geval is. Mocht de armatuur tijdens de test in storing gaan, is te concluderen dat de accu helemaal aan het eind van zijn levensduur is aanbeland of dat er sprake is van een ander technisch defect. Een lastige keuze Zodoende is er veel onzekerheid over de resterende levensduur van een accu na de eerste vier jaar. In een omgeving met grote veiligheidsrisico’s, bijvoorbeeld omdat er veel mensen komen of omdat er sprake is van bijzondere risico’s, kies je uiteraard voor de oplossing die de meeste veiligheid biedt: het preventief vervangen van accu’s. Wanneer kosten van accu’s zwaar wegen, de veiligheidsrisico’s relatief klein zijn en er geen sprake is van bijzondere omgevingsfactoren, is het mogelijk in overleg met de klant de accu’s later te vervangen. Garantie Een ander belangrijk gegeven is het feit dat de elektronica van de armatuur er onder lijdt als er defecte accu’s in zitten. Dit kan er toe leiden dat gehele armaturen defect raken en vervangen moeten worden. De toegepaste elektronica in armaturen wordt zodanig ontworpen, dat optimaal gebruik gemaakt wordt van de capaciteit en eigenschappen van de gebruikte accu’s. Dankzij deze aandacht kunnen armaturen zeker 10 jaar mee gaan bij correct onderhoud. Een gerust gevoel voor u en uw klant. Conclusie Alle accu’s na vier jaar preventief vervangen biedt optimale zekerheid en veiligheid. Zo voldoet de installatie zeker aan het Bouwbesluit en geeft uw opdrachtgever aantoonbaar invulling aan zijn zorgplicht. Als uw klant niet preventief wil vervangen, om wat voor reden dan ook, is er een wat meer pragmatische aanpak mogelijk. Hierbij zijn wel aanvullende maatregelen nodig om de veiligheid te blijven garanderen, maar zo kunt u toch aan de wensen van uw klant tegemoet komen.
-
Wanneer is nood en vluchtweg verlichting verplicht?Wanneer is noodverlichting verplicht volgens het bouwbesluit? Noodverlichting is verplicht, maar wanneer en wat zijn de regels voor het hebben en plaatsen van noodverlichting? Er valt veel over te vinden maar wat bedoelen ze met al die moeilijke benamingen? Daarom ”wanneer is noodverlichting en vluchtroute verplicht” maar dan voor iedereen te begrijpen. Noodverlichting, wat zegt het bouwbesluit hierover? Bouwbesluit artikel 6.3: De volgende ruimten hebben een voorziening voor Noodverlichting van 1 lux: Ieder gebouw is gemaakt en ontworpen volgens de voorschriften van het bouwbesluit. in het bouwbesluit word ook gesproken over noodverlichting. In de Bouwbesluit artikelen 2.49 en 2.55 wordt met name de verplichting voor noodstroominstallaties benoemd. In Artikelen 2.60 en 2.67 wordt de aanwezigheid van noodverlichting bepaald. In Artikel 6.3 wordt beschreven welke ruimtes van noodverlichting voorzien moeten zijn. Wat wil dit zeggen en wat betekent het precies? Zoals het bouwbesluit het beschrijft is noodverlichting verplicht in verblijfsruimtes met meer dan 75 personen. Verblijfsruimtes zijn bijvoorbeeld kantoren, scholen of winkelcentra’s. Het is verplicht om noodverlichting te hebben in de ruimte zelf en in de gang of vluchtroute die naar de dichtstbijzijnde (nood)deur leidt. Hier wordt ook nog gesproken over een besloten gedeelte, dit wil zeggen dat het gaat over ruimtes zonder licht van buiten af. Dan is het natuurlijk nog de vraag of het licht van buiten af genoeg verlichting geeft dat de zichtbaarheid van 1 lux (gelijk aan het licht van de volle maan) gehaald wordt. Noodverlichting is verplicht in een onder het meetniveau gelegen functieruimte (bijv. kantoor) van een overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer (gang gebruikt voor vluchtroute) en voor het stallen van motorvoertuigen (parkeergarage). Hieronder wordt verstaan een ruimte die dieper ligt dan de laagst gelegen ingang van het gebouw. Voor het bepalen van het meetniveau kan in de meeste gevallen simpelweg de hoofdingang aangehouden worden. Noodverlichting is ook verplicht in een besloten ruimte waardoor een beschermde-, extra beschermde– of veiligheidsvluchtroute voert. Hiermee wordt bedoeld dat het gaat over vluchtroutes (route naar de dichtstbijzijnde uitgang) die lopen door verschillende soorten ruimtes. bijvoorbeeld een vluchtroute loopt door een normale verkeersruimte (bijv. gang) maar er moet een deur geopend worden om bij de uitgang te komen. Deze gang moet dan ook verlicht worden met noodverlichting Noodverlichting is ook verplicht in een nieuw te bouwen liftkooi (bij celfuncties ook bestaande liftkooien). Dit betekent dat het verplicht is om noodverlichting te plaatsen in de lift als deze bedoeld is voor personen vervoer. Volgens het bouwbesluit is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor de controle van de noodverlichting. Wat zegt het bouwbesluit over vluchtroute aanduiding. Vluchtroute verlichting is verplicht in een ruimte waardoor een verkeersroute voert. Onder een verkeersroute wordt ook wel verstaan de route die loopt naar de dichtstbijzijnde (nood)uitgang. Een ruimte voor meer dan 50 personen heeft een vluchtrouteaanduiding. Dit betekent dat in een ruimte waar meer dan 50 personen zich bevinden de uitgang voorzien moet zijn van vluchtroute verlichting, oftewel het groene bordje. Vluchtroute verlichting moet geplaatst worden op een duidelijk zichtbare plek. Dit houd in dat het goed zichtbaar moet zijn voor iedereen die de ruimte in komt lopen of die zich in deze ruimte bevind. vluchtroute verlichting moet voldoen aan de NEN 3011 en aan de zichtbaarheidseisen beschreven in de NEN-EN 1838. Vluchtroute verlichting moet binnen 15 seconden na het uitvallen van de normale verlichting genoeg licht geven volgens de zichtbaarheidseisen. Dit betekent in de meeste gevallen dat de vluchtroute verlichting zichtbaar moet zijn vanaf een afstand van minimaal 30 meter. Volgens het bouwbesluit is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor de controle van de vluchtrouteverlichting.
-
Vergelijken levensduur verwachting van LED armaturen met LBC factorOnderstaande tekst is de Nederlandse vertaling van het document Evaluating performance of LED based Luminaires, Lighting Europe. Er zijn (nog) geen universele standaarden om LED armaturen, vooral de prestaties van LED armaturen, te vergelijken. De grootste uitdaging voor de professionele markt is om hier een standaard voor te creëren. Vandaag de dag worden, vaak onwetend, appels met peren vergeleken. De LBC factor biedt uitkomst. Het vergelijken van prestaties van LED armaturen is ingewikkeld om twee redenen: Het gebruik van verschillende technische definities en variabelen. Bijvoorbeeld het inconsistent, door elkaar gebruiken van data van de LED’s en van de LED armatuur. Technische ontwerpkeuzes kunnen een enorm verschil in prestaties creëren. Bijvoorbeeld LED buizen met interne of een externe driver. Vaak worden alle parameters zoals lumen per Watt, stroomverbruik (W), CRI etc. gemeten bij een Ta (omgevingstemperatuur) van 25°C. Daar bestaat overeenstemming over in de markt. Maar, deze dataset kan wel verkeerd worden gepresenteerd. Voorbeelden van mispresentatie; Lumenoutput van de LED wordt gecommuniceerd in plaats van de lumenoutput van de armatuur. Data op basis van de 25°C wordt gebruikt en niet de data van de specifieke armatuur die door ontwerp bijvoorbeeld hoger kan liggen. Stroomverbruik van LED wordt gecommuniceerd en niet het verbruik van de gehele armatuur (inclusief LED driver en met noodverlichting bijvoorbeeld). Onjuiste vergelijking van efficiëntie van armaturen door het gebruik van interne of externe driver of aansturing d.m.v. sensoren. (interne/externe bewegingssensor bijvoorbeeld). Een combinatie van onjuiste input power en lumenoutput waarden waardoor de efficiëntie hoger lijkt. Vergelijken van levensduur en LC factor Er zijn twee relevante levensduurbepalingen, ‘gradual’ (geleidelijke) en ‘abrupte’ lumenoutput degradatie: Geleidelijke degradatie (L) geeft weer hoeveel lumenoutput nog beschikbaar is na de weergegeven periode. Het getal is een percentage. Bijvoorbeeld 100.000 L80. Dit betekent dat na 100.000 uur nog 80% van de oorspronkelijke lumenoutput wordt geleverd. Dit kan een combinatie zijn van LED’s die minder produceren én LED’s die helemaal geen licht meer produceren. Abrupte degradatie beschrijft de situatie waarbij de LED armatuur helemaal geen licht meer geeft omdat het systeem (door bijvoorbeeld een noodzakelijk defect component) niet meer werkt. Dit wordt weergeven als ‘C’. 100.000 L80C10 betekent dat er 10% kans is op abrupte degradatie (lees: uitval) tijdens de 100.000 uur. Belangrijk om te weten dat alles op basis van extrapolatie wordt berekend. Het is dus altijd een verwachting en geen exacte meting. De IEC standaarden worden geadviseerd te vermelden, maar daarbij wordt niet beschreven hoe deze gemeten moeten worden. De consequentie is nu dat de kwaliteit van deze extrapolaties erg uiteenloopt en een significant risico bestaat op appel met peer vergelijkingen. Gerenommeerde verlichtingsproducenten zullen deze twee waarden (Median Useful Life and associated Abrupt Failure Value) baseren op historische data en kennis, component- en warmteontwikkeling testen. Normaliter gaan levensduurvermeldingen daarom altijd gepaard met omgevingstemperatuur, aantal branduren en het aantal aan/uit schakelingen. Geleidelijke degradatie van LED De geleidelijke outputdegradatie op een bepaald moment wordt ‘Usefull Life’ genoemd en wordt weergegeven als LxBy (bijvoorbeeld L70B50). Deze weergave staat voor de leeftijd waarbij een gegeven percentage van de LED’s (y) niet meer de lumenbehoudsfactor (LB factor) kan halen (x). Om de uitkomsten goed te kunnen begrijpen en te standaardiseren introduceerde de IEC de Median Useful Life (50%). Dat betekent dus het moment dat 50% van de LED’s gedegradeerd zijn in lumenoutput. In het begin was B50 de standaard en werd niet benoemd achter de L factor (L70B50 werd voorheen gecommuniceerd als L70). Naast de mediaanwaarde (B50) zijn in de markt ook schijnbaar andere B waardes ontstaan. B10 bijvoorbeeld en zelfs B0. Er bestaat geen enkele wetenschappelijke onderbouwing voor of overeenstemming over hoe deze parameter gemeten of toegepast moet worden. Wanneer dezelfde methodologie wordt gebruikt als voor het berekenen van de B50 blijkt uit een gedetailleerde analyse van verschillende productdata, afkomstig van fabrikanten aangesloten bij Lighting Europe, dat bij een geprojecteerde levensduur van 100.000 uur, het verschil in lumenoutput degradatie tussen B10 en B50, 1% is, in het voordeel van B50. Dit verschil kan als verwaarloosbaar worden beschouwd. Lighting Europe adviseert dan ook stellig om geen andere waarde dan de B50 te gebruiken. Statistisch gezien weergeeft de B50 met voldoende precisie de degradatie en het gedrag van LED in een armatuur weer. Lighting Europe adviseert het promoten en weergeven van de Median Useful Lifetime als Lx, zonder de B50 toevoeging. Abrupte degradatie van LED en LBC factor Een belangrijke parameter die meegenomen moet worden in de verwachting van een hoge levensduur is de betrouwbaarheid. Een LED armatuur gaat namelijk net zo lang mee als het component met de kortste levensduur. Er zijn diverse kritische componenten in een LED armatuur die de betrouwbaarheid beïnvloeden. LED behuizing & verbindingen Actieve & passieve koeling Mechanische verbindingen en pakkingsafdichtingen Elektronica Optische materialen Degradatie van optische materialen leiden eerder tot een geleidelijke degradatie dan tot een abrupte degradatie. Het falen van een van de andere 4 punten kan zorgen voor een totaal defect armatuur. Deze aspecten worden niet meegenomen wanneer de LB factor wordt berekend. De kans op abrupt falen word weergeven als C. Dit maakt de LBC factor als volgt; L..B..C10 staat voor het percentage waarbij 10% totaal is uitgevallen.
-
Wordt Uw Noodverlichting Goed Gecontroleerd?Wordt uw noodverlichting goed gecontroleerd? Er zijn maar weinig pandeigenaren en gebouwbeheerders die zichzelf deze vraag ooit hebben gesteld. Ook al gebruiken ze het pand al jaren, zien ze al jaren die groene bordjes hangen en knippert er al maanden een rood lampje bij de noodverlichting, ze hebben geen idee. Brandmeld installaties, Brandblussers en EHBO koffers worden vaak goed bijgehouden maar noodverlichting is vaak het vergeten stuk voor de veiligheid, wat is hier de reden van? Wordt noodverlichting wel gezien als een veiligheidsmaatregel? Zien pandeigenaren en gebouwbeheerders het nut wel in van noodverlichting? Het antwoordt op al deze vragen is, onwetendheid. Wie is verantwoordelijk voor de noodverlichting? De elektricien, de technische man en de BHV’er zijn de ogen van de pandeigenaren, zij moeten er voor zorgdragen dat de noodverlichting juist wordt gecontroleerd. De veiligheid van iedereen binnen het gebouw valt onder hun verantwoordelijkheid. Wordt de noodverlichting bij uw bedrijf of in uw gebouw gecontroleerd? Staan uw medewerkers wel stil bij de veiligheid van zichzelf, hun collega’s en klanten? Zorg voor bewustzijn van veiligheid bij uw medewerkers en collega’s. Het is van groot belang dat iedereen op tijd wegkomt bij een calamiteit in een gebouw, noodverlichting kan u hierbij helpen.
-
Wat zijn verplichtingen betreft het energielabel?Energielabel C verplicht voor bedrijven per 1 januari 2023 Installateurs opgelet! Zijn jouw klanten al voorzien van een duurzaam kantoorpand? Dit is namelijk verplicht vanaf 1 januari 2023. Beter gezegd: elk kantoor- of bedrijfspand groter dan 100m2 dient vanaf deze datum energielabel C te hebben. Ook is het zo dat panden die als niet-duurzaam worden aangemerkt, op termijn lastiger te financieren zijn. Het is voor banken en kredietverstrekkers immers minder aantrekkelijk om een kantoorruimte te financieren, welke niet het vereiste energielabel C heeft. Hoe kun je er als installateur voor zorgen dat het pand van jouw klant zo snel mogelijk over het energielabel C beschikt? Die vraag is eenvoudig te beantwoorden: plaats duurzame LED verlichting! Hiermee kan immers meteen een verbetering tot twee energielabels worden bereikt. Een mooie bijkomstigheid is dat jouw klant minder geld kwijt is aan kosten voor energie, onderhoud en vervanging. Bovendien lever jij als installateur een mooie bijdrage aan een schoner klimaat, wanneer de switch naar LED wordt gemaakt.
-
Wat betekenen de IP-Waarde en IK-WaardeIP & IK Waarden Wat zijn IP waarden? Op verlichtingsproducten zoals armaturen staat vaak een IP waarde aangegeven, maar ook andere elektronische producten zoals bijvoorbeeld smartphones en beveiliging camera’s komt deze waarde te pas. De IP staat voor International Protection rating maar word ook wel eens gelezen als Ingress Protection rating. Dit vertaald naar internationale beschermingswaarde. Deze laat zien hoe goed het product in kwestie beschermd/ beveiligd is tegen schade door gebruik in “vijandige omgevingen” en eventueel gevaar voor de gebruiker. IP word altijd gevolgd door 2 cijfers, dit is de “rating” van de IP. Beide cijfers geven een andere rating aan. Het 1e cijfer geeft aan hoe goed de bescherming tegen objecten/ voorwerpen bij aanraking of indringing. Het 2e cijfer geeft aan hoe goed de bescherming tegen vocht is. Zie onderstaande overzicht voor de volledige uitleg van alle cijfers en waar ze voor staan: 1e cijfer IP Bescherming en betekenis 0 Geen bescherming 1 Grote voorwerpen Bescherming tegen toevallige aanraking met de hand, beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen groter dan 50mm 2 Middelgrote voorwerpen Bescherming tegen aanraking met de vinger. Aanraakveilig enkel voor meetapparaten. Beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen groter dan 12,5mm 3 Kleine voorwerpenBescherming tegen aanraking met een werktuig. Aanraakveilig enkel voor meetapparaten. Beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen groter dan 2,5mm 4 Spitse voorwerpen Bescherming tegen aanraking met een werktuig. Beschermd tegen aanraking met een draad. Beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen groter dan 1mm 5 Stofbescherming Aanrakingsveilig doordat de behuizing geheel dicht is. Geen volledige bescherming tegen stof, maar wel voldoende om goede werking niet te hinderen 6 Stofvrij Aanrakingsveilig doordat de behuizing geheel dicht is. Volledige bescherming tegen stof 2e cijfer IP KlasseBetekenis 0 Geen bescherming 1 Drupdicht type I Geen schade indien onderheving aan vallende druppels 2 Drupdicht type II Geen schade indien onderheving aan vallende druppels op een 15° gekanteld apparaat. 3 Spatdicht Geen schade indien besproeid (10l/min) onder een hoek van -60° tot 60° 4 Plensdicht Geen schade indien besproeid (10 l/min) onder eender welke hoek 5 Sproeidicht Geen schade indien bespoten (12,5 l/min) onder eender welke hoek 6 Waterbestendig Geen waterindringing indien bespoten (100 l/min) onder eender welke hoek 7 Dompeldicht Geen waterindringing indien ondergedompeld (30 min op max 1m diepte) 8 Waterdicht Blijft bruikbaar onder water onder opgegeven omstandigheden 9 Vochtdicht Blijft bruikbaar bij een vochtigheidsgraad van meer dan 90% of besproeien onder hoge druk IP waarden voor lampen en armaturen Bij lampen en armaturen hebben is er over het algemeen vaak sprake van een bepaald rijtje IP waarden: IP20 Stofdicht IP21 Drupwaterdicht IP23 Regenwaterdicht IP44 Spatwaterdicht (geschikt voor in bijvoorbeeld badkamers) IP54 Spatwaterdicht en stofvrij IP65 Beschermd tegen waterstralen IP67 Stofdicht en beschermd tegen onderdompeling gedurende 30 minuten (Geschikt voor bijvoorbeeld badkuip of doucheruimtes IP68 Stofdicht en beschermd tegen verblijf onderwater Wat is IK waarde? IK waarde is de manier voor het aangeven van de slagvastheid, en dus ook vandaalbestendigheid. Deze waarde wordt weergegeven van IK00 – IK10, hoe hoger de cijfers hoe groter de slagvastheid. Het overzicht hieronder laat elke waarde zien en aan welke eisen het product voldoet om deze IK waarde te behalen. IK00 Geen weerstand IK01 Schokken van 1,5J IK02 Schokken van 0,2J IK03 Schokken van 0,35J IK04 Schokken van 0,5J IK05 Schokken van 0,7J IK06 Schokken van 1J IK07 Schokken van 2J IK08 Schokken van 5J (Glazen of polycarbonaat afgeschermd, beschermd tegen vandalisme) IK09 Schokken van 10J IK10 Schokken van 20J (vandaalbestendig gesloten armatuur)
bottom of page